Deze twee uitgaven wandelen doorheen de antieke oudheid en bieden je, letterlijk, een verhelderend doorzicht. In het boek over het Oude Griekenland word je op sleepgetouw genomen door de 12-jarige Neleus wiens vader een graankoopman is die hem en zijn broertje, Peri, mee op zakenreis neemt. Eerst doen ze Athene aan, vervolgens Delfi, waar ze het orakel raadplegen en de reis eindigt bij een sportwedstrijd op de Olympische Spelen. We kunnen deze reis meevolgen op een fictieve, opengewerkte reliëfkaart, die de zienswijze van de Grieken verduidelijkt. Ze leven figuurlijk dichtbij de godenberg van de Olympos, maar de goden en winden worden ook letterlijk op de kaart afgebeeld. Net als in de Odysseia kan het ouderlijk graanschip door Poseidon onder handen genomen worden, als de watergod beslist dat het eens mag stormen.
Grote dwarsdoorsnedes, die een dubbele pagina innemen, maken ons perfect duidelijk hoe de Grieken leefden, werkten en speelden. Indrukwekkend is Neleus' woonh…
Read more
Deze twee uitgaven wandelen doorheen de antieke oudheid en bieden je, letterlijk, een verhelderend doorzicht. In het boek over het Oude Griekenland word je op sleepgetouw genomen door de 12-jarige Neleus wiens vader een graankoopman is die hem en zijn broertje, Peri, mee op zakenreis neemt. Eerst doen ze Athene aan, vervolgens Delfi, waar ze het orakel raadplegen en de reis eindigt bij een sportwedstrijd op de Olympische Spelen. We kunnen deze reis meevolgen op een fictieve, opengewerkte reliëfkaart, die de zienswijze van de Grieken verduidelijkt. Ze leven figuurlijk dichtbij de godenberg van de Olympos, maar de goden en winden worden ook letterlijk op de kaart afgebeeld. Net als in de Odysseia kan het ouderlijk graanschip door Poseidon onder handen genomen worden, als de watergod beslist dat het eens mag stormen.
Grote dwarsdoorsnedes, die een dubbele pagina innemen, maken ons perfect duidelijk hoe de Grieken leefden, werkten en speelden. Indrukwekkend is Neleus' woonhuis in Milete, waarbij heel wat activiteiten en voorwerpen worden geannoteerd. Rondom de kaart worden een tiental items in een langer commentaar toegelicht. Er zitten humoristische knipoogjes in, bv. als verwezen wordt naar "een filosoof die vergeefs om aandacht vraagt" of "een slavin die stiekem wijn drinkt". Jongeren zullen ongetwijfeld geboeid zoeken naar details, bv. sleutels aan een ceintuur, een wezel als speelgoed, een ziek kind met huiseenden in bed, maar vooral de zoektocht naar het plaagzieke broertje is leuk. Bij de zilvermijnen valt hij in het water, of hij vist iets uit de open riool... Door de personages lijken de prenten in een overkoepelend verhaal te passen, dat jongeren heel graag zullen volgen.
Uiteraard ontmoeten de lezers nieuwe, moeilijke termen, die soms onmiddellijk worden uitgelegd, een kleine minderheid wordt achteraan in een woordenlijst verklaard. Daar vinden we ook een kort overzicht met mini-afbeeldingen van de meest bekende goden, naast een register. Natuurlijk mag het Griekse alfabet niet ontbreken. Lezers kunnen al proberen de namen van de maanden te ontcijferen, die zich bij elk hoofdstuk in de rechterbovenhoek bevinden.
Het deel over Rome is gelijkaardig ingedeeld. We belanden in het Rome van het jaar 128, op het feest van de tweelinggoden Castor en Pollux. Daarom mag de jonge Titus Cotta Maximus met zijn vader naar het Colosseum en de wagenrennen. De opengewerkte plattegrond van de stad is ons vertrekpunt. Alle grote gebouwen of belangrijke plaatsen worden kort toegelicht (Palatinum, Circus Maximus, Forum Romanum, theater van Marcellus, de renbaan...). In de volgende hoofdstukken schuiven we mee met het icoontje van de zonnewijzer. We ontbijten in Titus' huis. Via een opengewerkte straat, bezoeken we de tempel van Jupiter, waar de feestelijke optocht arriveert. We steken het Forum Romanum over om in het Colosseum te belanden. Er is geen heerlijker plek voor kinderen in Rome dan dit amfitheater, zo ook in dit boek. Cijfermateriaal en de details van de prent doen ons even duizelen. Verder passeren nog de haven, de baden van Traianus en Circus Maximus. Ook nu weer zullen jongeren met veel plezier op zoek gaan naar Titus en zijn vader. En vooral genieten van pittige details en de nauwkeurige tekeningen, waar elk individu zijn plaatsje krijgt en er een leerrijke wereld voor ons openschuift. Heerlijke boeken voor speurders naar details.
[Hilde Lauwers]
Hide text