Sunita wil graag een kat als huisdier, maar dat mag niet van haar moeder. Gelukkig mag ze in haar vrije tijd helpen in de dierenkliniek van dokter Anna en kan ze op die manier de dieren verzorgen. Dokter Anna is de oma van Sunita's vrienden Emma en Zoë. Samen met Brenna en David doen ze met z'n allen vrijwilligerswerk in de dierenkliniek. Sunita vindt het fantastisch. Haar lievelingskat in de kliniek is Socrates. Maar wanneer Socrates op een dag verdwijnt, is Sunita in paniek. Ze gaat de kat zoeken samen met haar vrienden. Socrates is nergens te vinden, maar Sunita treft wel een zwerfkattenkolonie aan. De buurtbewoners zijn er niet blij mee en contacteren de dierenpolitie om de zwerfkatten weg te halen. Sunita en haar vrienden willen er alles aan doen om dat te vermijden. Want stel dat Socrates zich daar ook heeft verstopt? Kunnen Sunita en haar vrienden Socrates en de andere katten redden?

Dit boekje is voor echte kattenvrienden. Je leest het verhaal vanuit het standpunt van Sunita. Ze is dol op katten, maar haar moeder ziet er eerder de nadelen van. Bij contact met niet gevaccineerde zwerfkatten zijn er immers ook gevaren voor de mens. Je leert heel wat over katten, hun ziektes en de gevaren voor de mens. Niet iedereen vindt katten geweldig. Ze kunnen immers drager zijn van rabiës. Je leert de symptomen van de ziekte, welke dieren besmet raken, de nodige vaccinaties. Dat komt af en toe te belerend over en belemmert het verloop van het verhaal. De zwart-wit illustraties zijn sober, maar zijn wel een verrijking in het boek en volgen prima de tekst. Daarbij is de afbeelding van de kat bij elke start van een nieuw hoofdstuk een leuk detail. Het boek leest vlot en je leert veel over het verzorgen van katten en wat een dierenarts voor ze kan doen. Een leuk boek met bovendien een onderbouwd pleidooi om toch een kat aan je ouders te vragen.