Anna en Emma zijn een eeneiige tweeling. Anna is de superactieve extraverte helft, met een grote mond en barstenvol ideeën. Emma is de stille, introverte denker, volgzaam en altijd op haar hoede om haar zus niet te kwetsen. In een oud kasboek van hun vader houden ze een soort dagboek bij. Het verhaal van de ene -- heet van de naald en in de tegenwoordige tijd geschreven -- wisselt razendsnel met het commentaar van de andere. De lezer is eerste getuige van hun flitsend en grappig gekibbel. Dit gebakkelei is voor Wilson een middel om de psychologische evolutie van de tweeling te schetsen. Al in de eerste helft van het verhaal, waarin ze haarfijn en vol humor uittekent wat het betekent om deel van een tweeling te zijn betekent, laat ze barstjes zien. De impulsieve Anna sleurt Emma mee naar een auditie voor een verfilming van de boeken van Enid Blyton, Emma leest zich te pletter aan kostschoolverhalen. Hoewel ze het zelf niet willen, worden hun persoonlijke wegen voorbereid. Uiteindelijk zijn ze zelf de oorzaak van de toch nog abrupte scheiding, die wordt gesymboliseerd door Anna's besluit een eigen dagboek te beginnen.

De andere personages, de overbezorgde oma, de verliefde papa en de 'boze' stiefmoeder die niet mag meevallen, zijn leuke typetjes die vooral dienen om het 'tweelingsyndroom' nog intenser te belichten.

De tweeling hoort niet alleen thuis op het rekje van de schoolbibliotheek, maar ook in de handbibliotheek van de onderwijzer, die hier op een uitermate plezierige manier onderricht krijgt in de trucjes van tweelingen. [Jet Marchau] Verberg tekst

Anna en Emma zijn echte tweelingen. Uiterlijk lijken ze sprekend op elkaar, ze doen alles samen en ze zijn - zeker ná het overlijden van hun moeder - onafscheidelijk. Hun karakters lopen echter sterk uiteen. Emma is verlegen, erg stil en loopt altijd een beetje in de schaduw van haar zusje. Anna is uitbundig, spontaan, beslist alles en wil graag actrice worden. Anna vindt dan ook, dat ze absoluut mee moeten doen aan een auditie in Londen voor de verfilming van een boek. En ondanks dat hun vader het verboden heeft, gaan ze toch. De auditie wordt voor Anna een grote teleurstelling door het verlegen gedrag van haar zusje. Dan vatten de meisjes het plan op om naar een kostschool te willen. Als na het toelatingsexamen blijkt, dat juist Emma en niet Anna wordt toegelaten, leidt dit letterlijk en figuurlijk tot een breuk bij de tweeling. Het verhaal wordt door de ogen van de tweeling bekeken en is geschreven in dialoogvorm. De tekst is gedrukt in duidelijke letter met schreef; de teksten van Anna zijn zwart gedrukt, die van Emma in het grijs. Illustraties staan en nauwelijks in het boek (7 kleine cartoonachtige zwartwittekeningetjes). Een leuk en spannend boek, vol herkenbare emoties, dat door de betere lezer waarschijnlijk in één keer uitgelezen zal worden. Vanaf ca. 9 jaar. Verberg tekst