In 1994 kwam In Schemerland voor het eerst als apart boekje uit, met illustraties van Marit Törnqvist. Het boek kreeg een Vlag en Wimpel en nu is de derde druk uit. Het verhaal verscheen eerder in de verhalenbundel Er zit een rover in het bos-bos-bos en later ook in de lijvige bundel Alle verhalen van Astrid Lindgren.
Thomas ligt al heel lang ziek te bed, misschien geneest zijn zieke been nooit meer. Op een avond tijdens het schemeruurtje verschijnt er een klein mannetje in zijn kamer. Het is meneer Rozenstaf en Thomas vliegt met hem naar Schemerland, Het Land Dat Er Niet Is, en het land waar "niets er toe doet". In dat land kan Thomas zomaar met een tram rijden of een bus besturen. Ze bezoeken de koning en de koningin van Schemerland. Ze gaan naar het openluchtmuseum van Stockholm, Skansen, dansen en eten er in een oude hoeve, ontmoeten er een eland en twee berenjongen. Daarna bezoeken ze het huisje van meneer Rozenstaf, Villa Rozenrust, een sprookjesachti…
Lees verder
In 1994 kwam In Schemerland voor het eerst als apart boekje uit, met illustraties van Marit Törnqvist. Het boek kreeg een Vlag en Wimpel en nu is de derde druk uit. Het verhaal verscheen eerder in de verhalenbundel Er zit een rover in het bos-bos-bos en later ook in de lijvige bundel Alle verhalen van Astrid Lindgren.
Thomas ligt al heel lang ziek te bed, misschien geneest zijn zieke been nooit meer. Op een avond tijdens het schemeruurtje verschijnt er een klein mannetje in zijn kamer. Het is meneer Rozenstaf en Thomas vliegt met hem naar Schemerland, Het Land Dat Er Niet Is, en het land waar "niets er toe doet". In dat land kan Thomas zomaar met een tram rijden of een bus besturen. Ze bezoeken de koning en de koningin van Schemerland. Ze gaan naar het openluchtmuseum van Stockholm, Skansen, dansen en eten er in een oude hoeve, ontmoeten er een eland en twee berenjongen. Daarna bezoeken ze het huisje van meneer Rozenstaf, Villa Rozenrust, een sprookjesachtig huisje bij een steigertje aan de waterkant. Wanneer het schemeruurtje afgelopen is, vliegen ze samen terug en, dwars door het dichte raam heen, belandt Thomas weer in zijn bed. Sindsdien komt meneer Rozenstaf elke avond terug en neemt Thomas mee naar Schemerland. "Pijn in je been is opeens helemaal niet belangrijk meer. Want in Schemerland kun je vliegen."
Het idee dat kinderen met pijn of verdriet naar een andere wereld kunnen gaan, gebruikte Astrid Lindgren in heel wat van haar verhalen. Natuurlijk denken we meteen aan de doodzieke Kruimel uit De gebroeders Leeuwenhart die naar Nangilima wil om voor altijd bij zijn dode broer te kunnen zijn, maar ook de weesjongen Mio uit Mio, mijn Mio vlucht naar het Land in de Verte, om er zijn onbekende vader te zoeken. Ook enkele korte verhalen draaien rond dit thema. In 'Jonker Niels van Eka' ijlt het doodzieke boerenjongetje Niels over een land met een ridderburcht, waarin koning Magnus woont, die hij moet redden van een gewisse dood. In 'De Rode Vogel' rennen twee weeskinderen Mattias en Anna in hun ellende achter een rode vogel aan, die hen naar een sprookjesachtig land leidt, waarin ze even hun grauwe, armoedige bestaan kunnen vergeten. En in 'Niels Ukkepuk' en 'Het tweelingzusje' krijgen eenzame kinderen er een speelkameraadje bij dat zij alleen kunnen zien.
Net als bij Pippi Langkous zou ook Karin, de dochter van Astrid Lindgren, haar op het idee van Meneer Rozenstaf gebracht hebben. Karin verzon de namen, en plots kon Astrid er een heel verhaal bij vertellen. Later maakte Lindgren dan van het aardige, vliegende mannetje het vervelende, egoïstische vliegende kereltje Karlsson van het dak.
De naam "Het Land Dat Er Niet Is" heeft Lindgren van het gelijknamige gedicht van de Zweedse Edith Södergran, "Landet som icke är", waarin zij ook over een land schrijft waarnaar ze in haar ziekte hevig verlangt.
De prenten van Marit Törnqvist geven de sprookjesachtige sfeer van het verhaal perfect weer. In haast alle prenten overheersen bruintinten en lichte blauwgrijze tinten. Die moeten het schemerachtige licht van de ondergaande zon weergeven waarin alles gehuld is tijdens het schemeruurtje. Enkel de prenten van meneer Rozenstaf's huis Villa Rozenrust baden in geelgroene tinten, en het water aan het steigertje is helderblauw. Dit plekje achter de seringenhaag, bevindt zich heel duidelijk in een andere wereld.
[Karin Van Camp]
Verberg tekst